terug

Algemene symbolen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schelp
Symbool van vruchtbaarheid, liefde, huwelijk en leven. De christelijke symboliek beschouwt de schelp als beeld van het graf, dat de mens na de dood omsluit, voor hij mag opstaan. De voorstelling van de bevruchting van de als tweeslachtig beschouwde schelpdieren door de dauw uit de hemel, maakt de schelp ook tot Mariasymbool.

Schedel / skelet
Schedel: Het is een symbool van de kortstondigheid van het leven
Schedel met gekruiste beenderen: een Vanitassymbool (het latijnse 'Vanitas' staat voor 'ijdelheid'). De schedel met de gekruiste beenderen verwijst naar de kortstondigheid van het leven en de betrekkelijkheid van alle aardse bezit.
Skelet: Symbool van de vergankelijkheid van de mens.

Sarcofaag
= stenen kist: als afbeelding op een graf wil dit zeggen: hier rust een mens van grote betekenis.

Slakkenhuis
Symbool van de harmonie door zijn harmonisch gevormde spiraalvormig huis. Ook het symbool van zelfgenoegzaamheid, de slak draagt immers zijn hele bezit met zich mee.

Ringen
Evenals de cirkel duidt de ring op oneindigheid. Twee met elkaar verbonden ringen symboliseren hemel en aarde en de verbondenheid van twee mensen. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ster of pentagram
Het pentagram symboliseert de getransfigureerde (= van gedaante veranderde) mens. Deze heeft vijf primaire aanrakingspunten in het stoflichaam: het hoofd, de beide handen en de beide voeten.
In de oudheid was dit het symbool voor welslagen en gezondheid.
In de Christelijke leer staan ze voor de 5 wonden van Christus.
In de gnostiek symboliseert het pentagram de vijf elementen: licht, vuur, lucht, wind en water.
Op grafstenen wordt het symbool gebruikt als teken voor de geboortedatum.

 

 

 

Urn
Symbool uit de klassieke oudheid van de dood en de rouw. Het woord urn is afkomstig van het latijnse 'urna' van het werkwoord 'urere' dat verbranden betekent. Een urn op een grafmonument is vaak half bedekt door een rouwsluier. Een sluier of draperie betekent zich afwenden van de buitenwereld. Een sluier, gedrapeerd om een asurn, symboliseert het afdekken of bedekken van het leven.

Treurende vrouw
De treurende vrouw op of bij een graf symboliseert het verdriet van de nabestaanden over de overledene.

 

 

 

Zon
Licht van de allerhoogste.
Meestal half weergegeven. Dit kan zowel op het einde van het leven duiden, zonsondergang, als een belofte inhouden voor een nieuw leven, zonsopgang. 

Zeis
De zeis (of sikkel) is het symbool van de dood. De dood wordt ook wel de grote maaier genoemd, die oogst aan het eind der tijden. In de vroege Middeleeuwen werd de dood al afgebeeld als een skelet (magere Hein) met een zeis in de rechterhand. De zeis symboliseert ook de onverbiddelijkheid van de dood.

Zandloper
De zandloper is het symbool van de kortstondigheid van dit leven en het onvermijdelijke naderende stervensuur. Als symbool van de dood kwam de zandloper voor het eerst voor in de late Middeleeuwen.
De zandloper is vaak voorzien is van vleugels: links de vleugel van de duif 'de dag' en rechts de vleugel van de vleermuis 'de nacht', soms ook alleen duivenvleugels. De betekenis van de vleugels is dat het leven vervliegt bij dag en nacht, bij goed en kwaad.
De omkeerbaarheid van de zandloper wordt in de christelijke traditie gezien als het nieuwe leven na de wederopstanding.

Yin / Yang
Yin en Yang worden in de Oosterse mystiek als de scheppende kracht in het heelal beschouwd. De twee polen moeten altijd volkomen in balans zijn, zodat de kosmische krachtstroom kan plaatsvinden. Yin is de negatieve pool, die zwart, koud en vrouwelijk is. Yang is de positieve pool die wit, warm en mannelijk is. De één moet niet ten koste van de ander toenemen.

= dualisme waarbij het gaat om twee dingen die bij elkaar horen zoals de man en vrouw en hemel en aarde, dag en nacht, goed en slecht, wit en zwart, arm en rijk, water en vuur, leven en dood.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maan
Verwijst naar het levensritme en bepaalt het ritme van eb en vloed. Tevens een beeld van de opstanding: na elke nieuwe maan wordt het weer volle maan.

Pijl
Symbool van een marteldood en attribuut van de Heilige Sebastianus die in het Collosseum met pijlen werd doorschoten.

Overlijdenskruisje
Teken van het einde, staat voor de overlijdensdatum. Als Christelijk symbool het teken van het einde van het aardse leven. Christus stierf aan het kruis.

Olielamp
Symbool voor de eeuwigheid en het leven.  De brandende olielamp, als symbool van het eeuwige licht, verwijzend naar kennis, verlichting en onsterfelijkheid.. Wanneer er rook te zien is bij de lamp, kan dat gezien worden als een opstijgingsymbool van een gezuiverde ziel.

Loslaten van een duif
Dit is het los laten van de geest, zodat deze kan vertrekken naar het hiernamaals. 

Fakkel of toorts
De omgekeerde (brandende) fakkel was al voor de oudheid symbool van het gedoofde leven en attribuut van de dood. Een brandende fakkel verwijst naar (hernieuwd) leven (wederopstanding). Vaak zijn twee (gedoofde) fakkels kruislings afgebeeld.

Kruis
Het kruis is al een heel oud symbool, voor het een algemeen Christelijk symbool werd, was het het symbool van verzoening, synthese tussen hemel en aarde en de vier windrichtingen. Een kruis, in welke vorm ook afgebeeld op een grafsteen, maakt duidelijk dat er een christen ligt begraven. Het is het symbool voor het eeuwige leven.

Hart
Is het symbool van liefde, trouw en verbondenheid tussen man en vrouw.
In de bijbel is het hart de innerlijke mens.
In het christendom is het hart symbool van de liefde.
De doornen rond het hart zijn het symbool voor de zonden die de mens heeft begaan.
De vlammen zijn het symbool voor de liefde voor Christus.
Handen
Ineengrijpende handen zijn het symbool van liefde, trouw en verbondenheid tussen man en vrouw.
Twee in elkaar geslagen handen drukken ook het afscheid uit dat de dode neemt van de nabestaanden.
Uit elkaar glijdende handen, meestal een vrouwen- en een mannenhand, vaak liggend op een kussen, met ertussen een gebroken ketting, wijst op een door de dood verbroken huwelijk of relatie.
Twee biddende handen duiden meestal aan dat de overledene Christelijk was.
Twee zegenende handen naast elkaar wijzen op het graf van een cohen, een priester. De handen werden zo gehouden bij het uitspreken van de priesterzege in de synagoge.

Boot, zeilboot, schip
Voor een behouden vaart naar het hiernamaals.
Wordt ook gebruikt als symbool op het graf van zeelieden.
Wordt ook gebruikt als symbool van de hobby van de overledene.

Babyvoetje
Kenmerk voor een doodgeboren kindje, een symbool voor de stapjes die hij/zij nooit heeft kunnen zetten.

Anker
Symbool van standvastigheid, vastberadenheid en trouw. Het is ook het symbool voor zeelieden. Als Christelijke symbool wordt er de band met Christus mee aangegeven.