terug

Joodse symbolen

Tekstvak: BBoek
GGraf van een rabbijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

Tekstvak: Boom
Een boom is in de Joodse traditie een teken van continuïteit van het leven, ook over de dood heen. In de Tora heeft men het over de Boom des Levens in de Hof van Eden
Een omgehakte boom of een boom die door een bijl wordt omgehakt, verwijzend naar een (te jong) afgebroken leven.

 

 

 

 

 

 

Tekstvak: Chanoekalamp
De Chanoekia heeft negen armen, acht voor iedere dag en de negende is de dienaar (shamash) waar de andere mee aangestoken worden. Jezus vierde het feest van Chanoeka en was in het Joodse jaar van zijn lijden en sterven in Jeruzalem (Johannes 10:22-39). Deze speciale lamp wordt gebruikt tijdens het Chanoekafeest.
 

 

 

 
 

 

Tekstvak: Davidsster
Van oudsher een joods symbool. Joden spreken niet van de Davidster maar van het Schild van David, Magen David in het Hebreeuws. Wanneer we het hexagram (zeshoekige ster) goed bekijken onderscheiden we twee in elkaar geschoven driehoeken. De driehoek met de punt naar onder symboliseert de vrouw en het vrouwelijke. De driehoek met de punt naar boven symboliseert de man en het mannelijke. De vrouwelijke driehoek staat voor water, de delta. De mannelijke driehoek voor het vuur en het vurige.

 

 

 

 


 
 
 
 

.

 

Tekstvak: Handen van een Cohen
De handen van een Cohen, een priester, werden zo gehouden bij het uitspreken van de priesterzegen in de synagoge.
 

 

 

Tekstvak: Kan en schaal
De (waterschenkende) kan en schaal van de Leviet, de tempeldienaar, die deze hanteert bij de rituele handwassing van een Cohen, voorafgaand aan de Kohaniem-zegenspreuk.
 

  


 

 

 

Tekstvak: Keter Tora
De Keter Tora (de kroon van de Tora), de overledene was een geleerde, of bezat veel kennis van de Tora, symbool van een rabbijn.
 

 

 

 
 
 
 
 
 
 

 

Tekstvak: Menorah
De zevenarmige kandelaar. De zeven lampen symboliseren het perfecte licht van de Heilige Geest, of de zeven Geesten Gods die voor de troon zijn.
 

 

 

 


 

 

 

Tekstvak: Mesje, klem en beker
Het mesje en klemmetje van een Mohel, de rituele besnijder. Deze is de deskundige die na de geboorte van een Joods jongetje, de besnijdenis uitvoert. Met de plechtige besnijdenis wordt het kind op de achtste dag na de geboorte opgenomen in het zogenaamde verbond van Abraham. Het klemmetje dient om de voorhuidmaf te klemmen voor deze met een scherp mesje wordt verwijderd. De beker bevatte vroeger wijn waar men het wondje mee ontsmette.
.
 

 

 

 


 

 

 

Tekstvak: Parochet
Op de grafsteen is dit een draperie met twee kwasten. Dit verwijst naar het voorhangsel van de heilige Arke in de synagoge.

 

Tekstvak: Trap
Een trap naar de hemel, waarbij een hand het gordijn weghoudt.
 
Tekstvak: Ramshoorn of Sjofar
De sjofar of ramshoorn staat op het graf van een Sjofarblazer. De sjofar wordt geblazen op Rosj Hasjana (Nieuwjaar) en op Jom Kipoer (Grote Verzoendag) aan het einde van de dag.
 
Tekstvak: Vlam
De eeuwige vlam, de ner tamid. Verwijzing naar het Eeuwige licht, ook wel symbool voor de ziel